Wetenschap

Onderzoek naar de effectiviteit van dialogisch schrijven

Onderzoeksproject in een notendop

In dit project was het onze missie om van leerlingen betere schrijvers, sprekers én lezers te maken. Samen met een team van onderwijsontwikkelaars, nascholers, onderzoekers en leerkrachten ontwikkelden en onderzochten we een integrale aanpak voor betekenisvol taalonderwijs waarin bovenbouwleerlingen leren hoe ze met elkaar in dialoog kunnen gaan over eigen geschreven teksten. Dit onderzoek laat zien dat dialogisch schrijven de schrijfvaardigheid van leerlingen bevordert. Door elkaars teksten te lezen en daarover te sparren krijgen leerlingen meer oog voor het perspectief van de lezer. Ook leren ze dat een tekst nooit in één keer af is, maar dat herschrijven helpt. Dit leidt tot rijke en overtuigende teksten.

 

Met de wetenschappelijke beproefde lesmaterialen voor dialogisch schrijven en de achterliggende didactische en pedagogische principes hopen we leerkrachten te inspireren om meer uit hun taalonderwijs te halen en hun onderwijstijd evenwichtiger te verdelen over de verschillende taaldomeinen.

Onderzoeksvraag

In hoeverre verbetert een dialogische schrijfinterventie de schrijf- en gespreksvaardigheid van bovenbouwleerlingen in het basisonderwijs?

Onderzoeksdesign

De effectiviteit van de lessenserie is in het najaar van 2021 onderzocht in tien klassen (groep 7/8) van acht verschillende basisscholen middels een pretest-posttest controlegroep design, zie het figuur hieronder. De tien klassen werden willekeurig toegewezen aan de interventiegroep (5 leerkrachten; 97 leerlingen) of de controlegroep (5 leerkrachten; 115 leerlingen). 

Onderzoeksresultaten

Uit de resultaten blijkt dat leerlingen die hebben gewerkt volgens de principes van dialogisch schrijven beter zijn gaan schrijven dan de leerlingen uit de controlegroep. De twee teksten hieronder illustreren de vooruitgang in tekstkwaliteit. Links is de tekst van de voormeting en rechts is de tekst van dezelfde leerling op de nameting. Opvallend is dat informatie in de eerste brief niet direct bijdraagt aan het overtuigen van zijn medeleerlingen voor een parkiet als klassedier, terwijl de schrijver in de tweede brief meer overtuigende argumenten geeft volgens een duidelijke structuur. Ook richt de schrijver zich veel directer tot de lezer en probeert zelfs een mogelijk tegenargument van de lezer te weerleggen. Ondanks de taalfouten is de brief hiermee een stuk overtuigender.

Twee voorbeeldteksten van een leerling uit de interventiegroep, links is een tekst uit de voormeting, rechts is een tekst uit de nameting.

Meer weten?

Voor vragen over deelname aan het project of over aanvullende informatie, neem contact op met de projectleider Renske Bouwer: r.bouwer@uu.nl